Meester Willem Kaan neemt afscheid
Sommige mensen vergeet je nooit. Zoals je meester van de zesde klas. 'Meester Kaan' is zo iemand. Tijdens het interview regent het anekdotes en mooie herinneringen. Alsof ik weer 12 ben, en hij weer 23. Deze week heeft Willem Kaan, na veertig dienstjaren, officieel een punt gezet achter zijn carrière in het onderwijs. Eerst 25 jaar als leerkracht op de Barnewiel, later als IB'er (Intern Begeleider) ook op de Jeroen Bosch school (nu de Helix), en de laatste jaren als leraarondersteuner op de Hasselbraam.
"Ik werd ooit onderwijzer omdat ik niet wist wat ik anders moest. Ik was wel redelijk in economie dus ging naar de HEAO. Zonder succes. Ik was best muzikaal dus ging naar de Muziekpedagogische Akademie. Daar ontdekte ik naast mijn muzikale kant ook mijn pedagogische talenten. Ik besloot te solliciteren naar de functie van leerkracht op de Barnewiel in Oudkarspel. Destijds moest je nog een soort auditie doen, voor de wethouder en nog een aantal andere notabelen. Met een proefles waarin je liet zien wat je in je mars had. Ik gaf een muziekles. En werd aangenomen!"
Respect
Een echte leerkracht werd hij later pas. "Door schade en schande leer je het vak in de vingers krijgen. En dan vooral wat belangrijk is. In mijn ogen is dat kinderen in hun waarde laten, wie ze ook zijn en wat ze ook doen. Als leerkracht hoor je ze zelfvertrouwen te geven, of soms juist terug te geven. Omdat je aan de basis staat van hun leven. Natuurlijk is het belangrijk dat het werk af komt en dat de cijfers goed zijn. Dat ze naar je luisteren en leren respect te hebben voor de leraar. Maar dat respect moet je andersom ook verdienen. Kinderen zijn de volwassenen van de toekomst. Ik heb ze altijd serieus genomen, al zullen veel oud leerlingen mij herinneren als een grapjas die altijd gekkigheid bedacht", lacht hij.
Grapjas
Alle oud leerlingen zullen zich meester Kaan of (later) meester Willem nog herinneren. Andersom is dat niet altijd zo. "Maar dat is de leeftijd hè", lacht hij. "Zonder gekheid: ik heb zó veel leerlingen in de klas gehad in die veertig jaar. Sommige kinderen blijven je wel bij, vooral die met een verhaal. Scheidingen, ziek en zeer en erger, ik heb het allemaal gezien en meegemaakt op school. Als je zelf vader wordt, komt dat nog harder binnen. Dan snap je opeens hoe het voelt als je kind ziek is, of niet goed in zijn vel zit. Gepest wordt of niet mee kan komen qua niveau. Het gaf mij een extra dimensie als leerkracht, maar het was soms ook zwaar. Ik trok het me aan."
Knutseldyslexie
Gelukkig zijn er veel meer leuke dingen en mooie momenten geweest in die veertig jaar, dan nare dingen. "Al die jaren op de Barnewiel met dat vaste team van leerkrachten waren fantastisch. We kenden elkaar zo goed, we deelden ons halve leven met elkaar! Tussen de middag gingen alle kinderen nog van 12.00 tot 13.15 uur naar huis en dan gingen wij volleyballen of een spelletje doen. Op vrijdag was het expressiemiddag en dan hing er altijd een uitgelaten sfeer. Knutselen was niet mijn ding, ik heb – zoals schrijver Kluun het mooi verwoordt, een ernstige vorm van knutseldyslexie-, maar de vrijdagmiddagsfeer was goud. Alle klassen deden door elkaar heen creatieve dingen, daarna nog een extra keer naar buiten en ten slotte een potje Galgje, vaste prik." En als meester verloor ging hij op zijn handen staan, met zijn kop in de prullenbak: hilarisch.
Zelhem
"Met de zesde klas gingen wel elk jaar naar Zelhem. Kinderen van daar verbleven hier bij gastouders en wij deden hetzelfde daar. Altijd dezelfde excursies, onder andere naar de papierfabriek, en kilometers op de fiets. Maar vooral veel lol met z'n allen. De eindmusical; ik stond strak van de zenuwen en had de week erna opeens allerlei lichamelijke klachten. Muziek maken met de leerlingen, en vooral veel lachen met elkaar. Soms een beetje te hoor. Had ik de klas net rustig, ging ik weer lollig zitten doen. Wég was de magie, haha."
Maar ook de jaren als IB'er zijn hem dierbaar. "Dat was eigenlijk helemaal mijn ding: kinderen helpen die op wat voor manier ook vastlopen. Proberen ze weer op de rails te krijgen en het vertrouwen teruggeven in eigen kunnen. Als leerkracht ontbreekt het je aan tijd om iedereen evenveel aandacht te geven. Als IB'er lukte dat beter."
Jong van geest
Het onderwijs is wel veranderd door de jaren heen. Soms zag Willem met lede ogen aan hoe van bovenaf allerlei regels, toetsen en voorwaarden worden bedacht en opgelegd. "Ik vind dat de ziel daardoor uit het vak wordt gehaald, van mij zou er veel meer gevoel terug mogen. Laat die mensen zelf bepalen hoe ze het beste uit hun klas halen. Leerlingen laten zijn wie ze zijn, met het talent waarmee ze zijn geboren. Het instituut onderwijs is nu eenmaal onderhevig aan bepaalde verwachtingen, daar heb ik zelf ook aan mee gedaan. Maar de druk die op zowel leerkrachten als leerlingen wordt gelegd, vind ik best pittig." Om die reden is hij er zelf ook twee keer 'af' geweest. "Dan had ik na wekenlang keihard buffelen eindelijk kerstvakantie, en dan was ik helemaal leeg. Ik kon het niet meer opbrengen." Maar stoppen en iets totaal anders gaan doen was nooit een optie. "Dit vak houdt je jong van geest. Kinderen zijn eerlijk en leren je als leerkracht veel over jezelf. Ook als ze je precies op die plekken raken waar het zeer doet. Als tegenprestatie kun je hen op weg helpen naar volwassenheid, met een rugzak vol zelfvertrouwen. Dat is toch prachtig."
Bij het afscheid deelt hij potjes zelfgemaakte jam uit. Een van zijn vele hobby's, naast tuinieren, en fietsen en wandelen met echtgenote Petra. Elke week een vaste dag passen op kleindochter Nina is ook geweldig. Vervelen zal hij zich niet zo snel. "Misschien ga ik zelfs wel een cursus Hebreeuws volgen. Heb ik altijd al heel interessant gevonden. Of ik word dominee, past ook wel bij mij", sluit hij lachend af.